Druif

De Druif is de besvrucht van de wijnstok. Het is een houtige klimplant.
De Druif een snelle groeier en moet dus regelmatig gesnoeid worden. Snoei de druivenstruik in de winter nadat hij zijn blad heeft laten vallen. Dit is de hoofdsnoei. Knip bij de jonge druivenplant de zijtakken van de hoofdtakken terug. Bij de oudere druif hoef je minder terug te snoeien en snoei je vooral om de vorm van de plant te behouden.
Wanneer je in de zomer kleine druiventrosjes ziet verschijnen is het goed om te beginnen met een zomersnoei. Snoei de lange takken weg en verwijder blaadjes die de druiventrosjes blokkeren.
Tussendoor kun je in de gaten houden of de druiven goed groeien, haal de kleine druiven die niet goed groeien weg en verwijder beginnende scheuten bij bladoksels. Zo gaat alle energie naar de juiste takken met trosjes druiven. In juni/ juli verschijnen er eerst gele bloemetjes. Vanaf halverwege juli komen de eerste druiventrosjes.

De druivenplant moet regelmatig water krijgen. Belangrijk is wel dat het water goed kan weglopen. wanneer de tuinplant in de volle grond staat moet de bodem goed gedraineerd zijn. Bij droge periodes moet er vaker water gegeven worden dan bij periodes met veel regen. De druivenplant houdt van veel zon. De plant is niet zo fan van veel wind. Wanneer je de druivenstruik op een plek in de zon tegen een muur of schutting plaatst is de plant helemaal tevreden. 

Bloeitijd: juni - juli

Oogsttijd: augustus - september

Wat kun je plukken: de druiven